De blackjack terminologie

Regelmatig vragen mensen naar een overzicht van de blackjack terminologie. Hoewel veel blackjack termen wel bekend zijn, zijn er ook nog wat minder gangbare blackjack uitdrukkingen. Ook worden verschillende blackjack termen door elkaar heen gebruikt met eenzelfde betekenis. Tijd dus voor een overzicht van de veelgebruikte blackjack terminologie in het online en live casino.

Blackjack terminologie met betrekking tot de blackjack spelregels

De meeste uitdrukkingen binnen blackjack hebben uiteraard betrekking op de blackjack spelregels. Deze blackjack termen hebben we hieronder bij elkaar gezet:

• Blackjack is naast de naam van het spel ook de aanduiding van de situatie waarin de speler of dealer exact 21 punten heeft. Als dat bovendien met de eerste twee kaarten is, wordt het ook wel een natural blackjack genoemd.
• Bust of Break. De Engelse term voor stuk gaan. Dat overkomt je als je meer dan 21 punten hebt en dus direct verliest.
• Surrender staat voor opgeven als je slechte kaarten hebt. Je krijgt in dat geval de helft van je inzet terug. Dit is overigens in de meeste casino’s niet toegestaan.
• Hit (ook de term Draw is gebruikelijk) is de term om aan te geven dat de speler een extra kaart vraagt. Het tegenovergestelde is stand (passen in het Nederlands). Dan vraag je geen nieuwe kaart. Je hebt dan een ‘standing hand’
• Tie, push en stand-off betekenen allemaal hetzelfde, namelijk een gelijkspel. Bij blackjack is daar sprake van als de speler en dealer op het eind van het spel hetzelfde puntenaantal hebben.
• Een veelgehoorde term is Verzekering of Insurance. Dit is een optie als de eerste dealerkaart een aas blijkt te zijn. Je kunt je dan verzekeren tegen een blackjack. Je zet in dat geval een extra bedrag – ter waarde van de helft van je originele inzet – in op zo’n dealer blackjack. Mocht de dealer inderdaad blackjack hebben, dan compenseert de insurance het verlies van je gewone inzet.
• Even money is binnen het casino in het algemeen de benaming voor een winst met een 1:1 uitbetaling. Bij blackjack wordt de uitdrukking specifiek gebruikt als de speler zelf blackjack heeft, maar de dealer tegelijkertijd een aas heeft ontvangen en dus een hoge kans op blackjack heeft. Men kan dan besluiten de tweede kaart niet af te wachten en een 1:1 even money winst accepteren.

Split of double? Of allebei?

• Split en resplit. Splitsen mag je bij twee gelijke kaarten. Die splits je dan en je speelt vervolgens met beide handen apart het spel. Resplit betekent dat je bij een gesplitste kaart nogmaals eenzelfde kaart ontvangt en ook die weer splitst.
• Dubbelen of Double Down komt vaak voor bij het blackjack spel. Bij relatief gunstige kaarten voor jezelf – en een ongunstige dealerkaart – verdubbel je de inzet en ontvangt daarna nog één kaart.
• Double After Split (DAS) is een regel dat er na splitsen nog mag worden gedubbeld. NDAS (No Double After Split) is juist de regel dat dit niet mag. Per casino of blackjacktafel geldt dus een van beide regels.

Blackjack terminologie over handen en soorten kaarten

Er zijn termen binnen blackjack die refereren aan bepaalde kaarten of het soort hand dat de speler heeft:

• Een Soft hand is het tegenovergestelde van een hard hand. Bij een hard hand heb je een bepaald aantal punten zonder aas, of heb je een aas maar telt die voor 1. In het geval van een soft hand heb je een aas die voor 11 telt. Bij een soft hand kun je dus altijd nog ’10 punten terug’ als je volgende kaart er voor zou zorgen dat je busted bent. Een 5, 9 en aas vormen een hard 15. Een 9 en aas zijn samen een soft 18.
• Hole card: De dealer krijgt twee kaarten. De eerste (zijn Up card) krijgt iedereen direct te zien. De tweede – de Hole card – blijft gedekt tot alle spelers hebben gespeeld.
• Pat Hand is een uitdrukking die wordt gebruikt als men vindt dat men voldoende kaarten heeft ontvangen. Bij 17 of meer punten past men veelal en heeft men een pat hand.
• Een Stiff hand is verwijst naar een hand met matige winkansen.

Blackjack terminologie rondom strategie en spelaanpak

Tenslotte is er een groep uitdrukkingen in het blackjack spel die te maken hebben met de spelaanpak en strategie:

• Kaarten tellen of in het Engels card counting wordt gebruikt om erachter te komen of er relatief veel hoge of juist lage kaarten in het spel zijn. Dat heeft grote invloed op de winkansen en dus op de spelstrategie. In moderne en live casino’s is kaarten tellen erg moeilijk of zelfs onmogelijk. Verboden is het overigens niet, maar men is niet blij met kaartentellers.
• Cold deck is het tegenovergestelde van een hot deck. Bij een cold deck zijn de resterende kaarten overwegend van lage waarde. Bij een hot deck juist van hoge waarde. Door kaarten te tellen kun je dit bijhouden en je spelstrategie optimaliseren. Dat is overigens in het online casino onmogelijk en in het live casino steeds lastiger omdat de kaarten sneller opnieuw worden geschud en er met veel decks wordt gespeeld.
• Basisstrategie of basic strategy in het Engels: de basis strategie om blackjack te spelen waarbij je het huisvoordeel van het casino tot een minimum beperkt. Aanvullend op de basisstrategie zijn er vaak specifieke strategieregels voor specifieke blackjack varianten. Ook hangt de strategie af van het aantal decks kaarten waarmee wordt gespeeld.